Welkom in het schooljaar 2020-2021!
Een heel apart schooljaar staat ons te wachten. We zijn blij dat we 'normaal' mogen starten! Ik ben vooral heel blij dat ik jullie allemaal terug ga zien.
Om er goed in te komen, een verhaal... een verhaal dat vertelt hoe wij als leerkracht er voor jullie allemaal zijn...
Niemand kon het Bet vertellen. Het enige antwoord dat ze van de meesten kreeg was dat je het gewoon moet doen. Haar oma reageert net hetzelfde en neemt haar bezem, draait die ondersteboven en bindt die met een stevig stuk touw vast aan het zadel van de fiets.
‘Stap op’, zegt Oma Mona.
‘Dan val ik’, zegt Bet.
‘Niet bang zijn, zolang ik de bezem vasthoud, blijf je rechtop. Voel je’t?’
‘Ja’, zegt Bet.
Ze zit rechtop. Met klamme handen omknelt ze haar stuur.
‘Trappen. Je moet trappen’, zegt oma Mona.
‘Dat zeggen ze allemaal’, gilt Bet wanhopig? ‘iedereen zegt steeds maar: trappen, trappen, trappen. En ik wil fietsen! Ik wil weten hoe je fietst!’
‘Kalm, kalm, trap nu maar’, sust oma Mona. ‘Terwijl je trapt, zal ik zeggen hoe je fietst.’
Bet zucht. Ze duwt haar ene voet naar beneden.
‘Hou je me vast, oma Mona?’
‘Zo vast als wat!’
Ze duwt haar andere voet naar beneden. ‘Zul je me niet laten vallen?’
‘Trap maar’, zegt oma Mona.
Op en neer gaan de benen van Bet. Op en neer, terwijl oma Mona de bezemsteel recht houdt. Oma Mona huppelt de fiets achterna.
‘Vertel je me nu hoe ik fietsen moet?’ vraagt Bet met haar tong uit haar mond.
‘Straks,’ hijgt oma Mona, ‘trap maar flink.’
Oma Mona huppelt niet meer. Ze holt.
‘Ik wil het weten. Nu!’
Oma Mona laat stilletjes de bezemsteel los, zonder dat Bet er ook maar iets van merkt.
Haar benen trappen boos op en neer. Harder en harder. Sneller en sneller.
‘Ik wil het weten. Ik wil het verdikkeme weten. Nu! Nu! Nu!’ Roept Bet.
Oma Mona staat haar hijgend na te staren met een hand boven haar ogen.
Ze glimlacht en fluistert zacht: ‘Doorfietsen’
(Fietsen van Gregie De Maeyer)