Van rups tot vlinder – derde graad
In de zomer zien we heel wat
vlinders. Een vlinder begint eerst als een rups. Rupsen eten, eten, eten … tot
ze bijna uit hun voegen barsten. Uiteindelijk veranderen ze in een pop en na
een paar weken of zelfs maanden komen ze opnieuw ter wereld als vlinder. Het
ontpoppen van een rups tot vlinder is een ware metamorfose."
Heb je het allemaal liever op papier? Klik hier.
Lees het verhaal ‘Van rups
tot vlinder’:
Er was eens een vlinder. Hij
vloog met vermoeide vleugels over de weide. Fijne regen viel uit de hemel neer
en maakte het kleurige kleedje van de vlinder nat. Steeds lager en lager vloog
hij, tot hij neer zonk op de weidegrond tussen de grashalmen. Bijna alle
kleuren waren weggewist van zijn vleugels. Nog eenmaal probeerde hij op te
vliegen, maar tevergeefs. Zijn krachten waren uitgeput.
Even later trippelde hij met
moede pootjes langs een plant omhoog en daar volbracht hij zijn laatste
levenstaak: aan de onderkant van één der bladeren legde hij zijn eitjes, niet
veel groter dan een speldenknop. Omdat de zwakke vleugels hem niet meer konden
dragen, vouwde hij die samen. Hij werd heel stil en droomde van bloemen en
zonneschijn. Het regende nog steeds. Toen de koele nachtwind over de weide
begon te waaien, stierf het vlindertje.
Moeder aarde had de zorg voor de
kleine eitjes op zich genomen. de regen kon ze geen kwaad doen, en ook de al te
felle hitte van de zon werd door het blad opgevangen. De eitjes lagen in de
zomerse warmte, als in een beschermend nestje. Reeds na enkele dagen begon er
iets te bewegen in de eitjes. De tere huid scheurde open en daar kroop een
kleine rups naar buiten, een beetje gelig van kleur, fijn gevlekt en zo zacht
als een zijden draad. Het groene blad waarop hij geboren was, werd zijn tuin,
zijn huis en zijn tafel. Hij merkte dat de rand van het blad het lekkerst was.
Na een paar dagen was het halve
blad afgeknaagd. Toen zocht het rupsje een ander blad op. Het was of de
zonnestralen hem steeds verder lokten, van de ene plant naar de andere. Ze
smaakten niet allemaal even lekker: het langste bleef hij bij de planten die
net zulke bladeren hadden als die in zijn geboortetuintje.
Zo groeide in enkele weken uit
het kleine rupsje een grote rups. Lange donkerbruine haren stonden in dichte
bossen op zijn rug, en daartussen gloeiden rode vlekjes.
De zomer liep ten einde. Een
koele herfstwind begon over het korte gras te waaien.
Trager, steeds trager, als in een
droom, kroop de rups langs stengels en bladeren. Eten deed hij niet meer. En
toen de nachten kouder werden, zei hij de zonnestralen vaarwel en zocht een
stil plekje tussen de stenen, zo dicht mogelijk bij de aarde.
En daar, in dat stille donkere
holletje weefde de rups van fijne draden een kokertje rondom zichzelf, waar hij
precies in paste. Er waren geen deuren of ramen in. Toen het klaar was, werd
het hard als hout. Daar binnen ging de kleine rups liggen slapen.
Maar in de lange winternacht,
toen sneeuwvlokken de aarde bedekten, gebeurde er een wonder in dat houtige
kokerje van de rups, heel stil en verborgen, door niemand gezien. Was dat het
wonder waarvan de vlinder had gedroomd?
Toen het voorjaar kwam, smolt de
sneeuw weg, en langzamerhand werd de aarde weer warm. En weldra openden de
bloemen op de weide hun kelken en straalden met al hun kleuren de zon tegemoet.
In het holletje onder de stenen, waar de rups was ingeslapen, werd een vlínder
wakker. Hij was uit dat kokertje gekropen en trippelde nu wat bedremmeld naar
boven, tussen de stenen door naar het lokkende licht. Het was of de bloemen hem
riepen met duizenden fijne stemmetjes.
De vleugels van de vlinder
waaierden rustig open en dicht. Zouden ze hem dragen, weg van de aarde?
Eindelijk fladderde de vlinder omhoog. De kleurige vleugels glansden in het
licht, zodat het was of een bloem zich had losgemaakt van haar stengel. Hoger,
steeds hoger vloog de vlinder de zon tegemoet, tot hij de stille roep van de
bloemen verstond. Toen daalde hij neer op een bloemkelk en bracht daar een
groet van de zon.
Uit: Dierenverhalen van
Jakob Streit
In dit filmpje kan je zien hoe een rups ontpopt tot
vlinder:
Denk even
na over volgende vragen:
- Waarom zou de rups zich verder ontpoppen tot
een vlinder?
- Zie jij deze metamorfose als een wonder?
Waarom wel/ niet?
Lees het volgende bijbelverhaal:
Een rijke man stelde Jezus deze vraag:
‘Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwig
leven?’ Jezus zei tegen hem: ‘Waarom noemt u Mij goed? Niemand is goed,
alleen God. De geboden kent u: geen echtbreuk plegen, niet doden, niet
stelen, niet vals getuigen, en uw vader en uw moeder eren.’ ‘Aan dat alles heb
ik mij van jongs af gehouden’, zei de man. ‘Dan rest u nog één ding’, zei Jezus
tegen hem. ‘Verkoop alles wat u hebt, deel het uit aan de armen, en u hebt een
schat in de hemel. Kom dan terug om Mij te volgen.’ Toen hij dit hoorde werd
hij diep bedroefd, want hij was buitengewoon rijk. Toen Jezus zag dat hij diep
bedroefd werd, zei Hij: ‘Wat is het voor mensen met geld toch moeilijk om het
koninkrijk van God binnen te komen. Een kameel komt gemakkelijker door het oog
van een naald dan een rijke in het koninkrijk van God.
We hebben allemaal tijd nodig om dingen te
leren, ook deze man. Hij moet leren om te beseffen dat hij rijk is, maar dat
hij rijkdom ook kan delen. Dan pas zal hij zich rijk, zich gelukkig voelen.
Denk
nog even na over deze vragen:
- Vind jij jezelf een rups of een vlinder?
- Is dit veranderd t.o.v. het begin van het
schooljaar? Waarom wel/ niet?
Teken of beschrijf nu jezelf in het begin van het schooljaar.
Hoe
ben je veranderd? Hoe ziet die ‘ik’ er nu uit?
Hoe
wil je/denk je dat die ‘ik’ eruitziet volgend jaar? Wat zijn jouw
verwachtingen?